Op pad met ‘The Lakeside Legends’

The Count

‘Ted, you require 170.’ Dit zei ik door de microfoon tijdens de eerste leg, die ik als mastercaller mocht verzorgen voor mijn jeugdheld Ted ‘The Count’ Hankey. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht. ‘Het heeft zo moeten zijn.’, dacht ik. Ik zal u uitleggen waarom.

Het is zondag 16 januari 2000. Samen met enkele vrienden van de Toeristische Opleiding in Den Haag verbleef ik dat weekend in een huisje ergens in de provincie Zeeland. In de nabije omgeving was bar weinig te beleven. Althans, dat vonden wij. Stadsjongens. Op een winderige dijk achter het park stond een kroeg. Hier verbleven wij, bijna noodgezwongen, ieder uur van de dag. In de bar waren weinig aantrekkelijke dames. Barstend van de overtollige testosteron keken we al comadrinkend naar de voordeur van het café. ‘Ze’ kwam echter niet binnen. We verveelden ons. Wat konden we naast comadrinken in de lokale kroeg nog doen? Twee-voudig wereldkampioen darts Raymond van Barneveld was de week ervoor in zijn eerste ronde partij op het WK uitgeschakeld door Chris Mason. Co Stompé had de Nederlandse eer gered door de halve finale te bereiken. Hij verloor deze echter van ‘The Rocket’ Ronnie Baxter. Op de afsluitende zondag besloten we enkele dozen Panter sigaren en kratten Heineken pils in te slaan. Het was namelijk de dag van de WK Darts finale. Geen Raymond van Barneveld dit keer, maar twee Engelsmannen die tegen elkaar gingen strijden: Ted Hankey vs Ronnie Baxter. Wij waren voor The Count. Ook toen al adoreerde ik kleurrijke figuren. Hankey kwam gekleed als Count (Graaf) Dracula het podium op. Eenmaal ‘on stage’ gooide hij kleine speelgoedvleermuizen het publiek in. In eerdere reportages die week op de BBC probeerde Hankey de kijker te doen voorkomen, dat hij ‘s nachts in een doodskist slaapt. Ik houd ervan. Onze wens kwam uit. Hankey liet geen spaan heel van Baxter en stond in ‘no time’ op een 5-0 voorsprong in sets. Bij iedere leg die The Count won openden we een nieuw flesje pils en staken we een verse sigaar op. De kamer stond blauw. De wedstrijd naderde zijn einde. Door de rookwalmen zag ik, dat Hankey bij een stand van 5-0 in sets en 2-2 in legs op 170 uitkwam. ‘Ted, you require 170.’, riep George Noble door de microfoon. The Count gooide twee triples 20 en de bullseye. Nog nooit gooide iemand de hoogstmogelijke finish voor de wereldtitel. We waren door het dolle heen. Ted Hankey was wereldkampioen!

The Viking

Exact 17 jaren na dato ben ik een vader van twee prachtige kinderen en verdien ik mijn geld in de entertainment branche. Via via rolde ik de darts industrie in en mocht ik vele demonstraties verbaal begeleiden. Op woensdag 22 februari 2017 stond ik in Assen voor de eerste keer van mijn leven met The Count. In de eerste leg van de avond zette Hankey zichzelf op een 170 finish. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht en zag 17 jaren in een flits aan mij voorbij trekken. Ik zag mijn vrienden van school weer zitten op die bank. Ik zag die lege flesjes pils op de tafel staan en op de vloerbedekking liggen. Ik zag de Panter sigaren weer voor me. Ted gooide de 170 niet uit in Assen. Dit deerde mij echter niet. De cirkel was rond. Ronder dan ooit, want op diezelfde avond maakte ik mijn debuut met een andere absolute held van mij: Andy ‘The Viking’ Fordham. Andy is altijd voor velen een held geweest. Darts is een volkssport en de zalen neigen naar carnaval. De populairste spelers zijn de zogenoemde ‘characters’. De kleurrijke figuren. De meest kleurrijke van allemaal was en is nog steeds The Viking. Toen Fordham in 2004 de wereldtitel won was ik zelfs emotioneel. Ik was niet de enige die avond. Er waren weinig spelers in het circuit, die ik deze titel meer gunde dan Andy Fordham. Dat ik met deze man, die ik al zo vaak op de BBC had zien spelen, mocht werken was een grote eer. En niet alleen in Assen! De gehele week zou ik met deze mannen mogen optrekken. Ontbijten in de ochtend, lunchen in de middag, werken in de avond en drinken in de nacht. Het was de perfecte manier om mijn jeugdhelden persoonlijk te leren kennen. En dit is uitstekend gelukt!

Abe Lenstra Stadion

Na twee fantastische (werk)dagen met The Count en The Viking in Assen en in Drachten volgde er op vrijdag 24 maart 2017 het Surprise Koppeltoernooi in het Abe Lenstra Stadion in Heerenveen. Die nacht verbleef het gehele circus in het Fletcher Hotel in Roden. Na het ontbijt verkasten we gezamelijk naar Hotel Van Der Valk in Wolvega. Aangezien we allemaal ’s avonds pas in actie hoefden te komen besloten we om allemaal een moment van rust in te bouwen. Het Hotel Van Der Valk in Wolvega bleek hiervoor de best mogelijke plek. In mijn uiterst comfortabele kamer was alles aanwezig. Voor de derde keer in drie dagen pakte ik mijn koffer(tje) uit en hing ik mijn kostuums op. Ik liet het bad vollopen en maakte een verse bak capuccino. Ik voelde de adrenaline van de twee dagen ervoor van mij afglijden en genoot van het moment. Ik probeerde mij te beseffen, dat ik een gehele week mocht werken met wereldberoemde darters, dat ik in mooie hotels mocht verblijven en dat ik iedere dag een uitstekend diner kreeg aangeboden. Een glimlach van trots en dankbaarheid op mijn gelaat was het logische gevolg van dit besef.

Co Stompé en Roland Scholten

Na een ontspannen bad trok ik mijn pak en lakschoenen weer aan. In het Abe Lenstra Stadion stond een geheel verzorgd warm buffet op ons te wachten. Ook zou ik hier darters Co Stompé en Roland Scholten weer treffen. Onderweg naar het Heerenveen Stadion werd ik gebeld. ‘Waar blijf je nou, kakkerlak?’ Het was The Matchstick. Hij gaf aan, dat hij er al was, maar hij wist niet exact waar hij naar binnen moest. Ik gaf aan, dat ik er ook binnen vijf minuten zou zijn en dat ik hem aan de voorkant van het stadion zou oppikken. Toen ik bij het stadion arriveerde zag ik in de verte een magere bebrilde verschijning met een zware Van Nelle tussen de lippen. Dat moest Co zijn! ‘Hoe is het lelijkerd?’, luidde zijn vriendelijke begroeting bij het openen van het portier. Ik parkeerde de auto en we begaven ons richting de skybox waar alle spelers, familie én de mensen van de organisatie uitgebreid konden dineren. Alles was prima geregeld en verzorgd. Het eten en drinken was zo uitgebreid, dat we bijna waren vergeten, dat er nog een groot toernooi ging plaatsvinden in het Fean Plaza (het supportershome van de Heerenveen fans). Toch was dit het geval.

Big Robbo

Voor het restant van de week was er nog een grote naam in het darts gecontracteerd: Gary ‘Big Robbo’ Robson. Door een hevige storm in Engeland was Robson erg lang onderweg geweest. Vanuit zijn woonplaats Newcastle was Robson naar Londen gegaan. Daar bleken de vliegtuigen vanwege de storm aan de grond te blijven. Vanuit Londen moest Big Robbo weer terug naar Newcastle en daar moest hij weer een nieuw reisplan maken. Uiteindelijk kwam de sympathieke darter een uur voor aanvang van het toernooi aan op het treinstation van Heerenveen. Na een nachtrust van anderhalf uur arriveerde Robson in het Abe Lenstra Stadion. ‘Can I have a big glass of beer please?’, waren de eerste woorden van de goedlachse darts legende. Niet zeuren, niet zaniken, altijd positief blijven is ’s mans levensmotto. Na het eten en de vele ‘pints’ ging het gehele circus naar beneden. De spelers werden opgewacht door de fans en de sympathieke Lakeside referee Marco Meijer en ik gingen naar het podium. Wij moesten namelijk om beurten de partijen op het podium callen. De avond was beregezellig en uiteindelijk waren het ‘The Dazzler’ Darryl Fitton en ‘Big Robbo’ Gary Robson, die met hun koppelpartners de finale bereikten. Even leek het erop, dat Team Fitton de finale ging winnen, maar het was Gary Robson, die met scores van 140 en 125 én een goede finish de spanning terug bracht in de partij. Sterker nog; Team Robson won de zinderende finale en ging er met de beker vandoor. Na het afbreken en inruimen van mijn geluidsapparatuur reed ik voldaan terug naar Hotel Van Der Valk in Wolvega. Op de parkeerplaats haalde ik de apparatuur uit de auto. ‘Hey mate, you need help?’, hoorde ik vanaf een balkon op de eerste etage. Ik keek omhoog. Het was Gary Robson. De man die vanuit Newcastle meer dan een etmaal onderweg was geweest naar Heerenveen. De man, die na anderhalf uur nachtrust een groot toernooi op zijn naam wist te schrijven. Deze man stond nu een sigaretje te roken op zijn balkon en wilde nog even helpen met uitruimen en sjouwen. Ik heb zijn hulp geweigerd en mijn appreciatie uitgesproken. Het zegt veel over het karakter van de darters, die ik als puber adoreerde en waar ik nu mee mocht werken.

The Dazzler en Silverback

Het was inmiddels zaterdag 25 februari. Na een fantastisch ontbijt in Hotel Van Der Valk in Wolvega verhuisden we weer terug naar het Fletcher Hotel in Roden. ‘s Avonds stond er een diner én een demonstratie met Darryl Fitton en Tony O’Shea op het programma in Veendam. In een mooi restaurant kwam de eigenaar ons vertellen, dat hij het een eer vond dat hij The Dazzler en Silverback in huis had. We mochten zodoende eten en drinken wat we wilden. Ondanks het feit, dat de eigenaar mij niet kende golden voor mij toch dezelfde regels. We bestelden carpaccio, spareribs, biefstukken, rode wijn en koffie. Met een goed gevulde maag liepen we naar het einde van de dorpsstraat. In de Veendamse Statusbar mochten we de boel gaan vermaken. Het werd een fantastische avond! Zowel Darryl als Tony amuseerden het publiek met hun darts én met hun humor. In de pauze zong ik nog wat Elvis Presley classics en de avond werd afgesloten met het lied You’ll Never Walk Alone. Het werken met Darryl Fitton en Tony O’Shea was fantastisch!

Onvergetelijk

Na de geweldige zaterdagavond met Fitton en O’Shea volgde de laatste hotelovernachting. Darryl, Tony en ik kwamen terug in het hotel en besloten nog één drankje te nemen om de geslaagde avond te vieren. In de hoek van de bar zat Ted Hankey (die met Marco Meijer en Andy Fordham eveneens demonstraties hadden verzorgd in de regio) echter op ons te wachten. Toen een kwartier later Gary Robson, referee Marco Meijer en bondscoach John Lokken zich nog bij het gezelschap voegden was het feest compleet. Het werd een beregezellige avond en voor iedereen voelde het als een mooie afsluiter van een meer dan geslaagde week. Dit ondanks het feit, dat er de dag erna nog een toernooi in Leek op het programma stond: het Open Rodenburg 2017. Na een korte nacht begaven we ons naar de sporthal. Dit toernooi werd echter door organisatorische redenen nooit afgemaakt. Een vervelende afsluiting van een fantastische week. Deze kleine smet kon echter één ding niet voorkomen: ik had een onvergetelijke week beleefd met de ‘Lakeside Legends’! Johan Derksen zei ooit over (nota bene) Abe Lenstra: ‘Je moet je idolen nooit willen ontmoeten in het leven. Het kan alleen maar tegenvallen.’ Dit was bij de heren Hankey, Fordham, Fitton, O’Shea, Robson, Stompé en Scholten echter niet het geval. Stuk voor stuk sympathieke, normale mensen met veel humor. Nogmaals; het was onvergetelijk!

‘Let’s Play Darts!’ – Martin Fitzmaurice